Voor de wrijvingscoëfficiënt μ mag gebruik worden gemaakt van NEN-EN 1993-1-8/NB, tabel NB.2 of NEN-EN 1090-2, 8.4 tabel 17 waarbij de voorwaarden van laatstgenoemde voor de oppervlaktebehandeling ook gelden voor eerstgenoemde. Bijlage G van NEN-EN 1090-2 mag niet worden toegepast.
In aanvulling op NEN-EN 1993-1-8/NB, tabel NB.1-3.7 opmerking 4 geldt dat verlies van boutvoorspanning (bij schuifvaste en/of op trek belaste voorgespannen boutverbindingen) bij geverfde oppervlakken moet worden voorkomen door:
- bij schuifvaste verbindingen klasse B (zie tabel 17 NEN-EN 1090-2) te voldoen aan de opgegeven maximale laagdikte ethyl-zinksilicaat op elk contactvlak;
- in het geval schuifvastheid niet is vereist, de contactvlakken te voorzien van een primer met een droge laagdikte van 50-100 μm ;
- in alle gevallen ervoor te zorgen dat er maximaal 40-50 μm droge laagdikte primer onder de sluitringen aanwezig is.
Na het aanbrengen van de verbinding moet het volledige conserveringssysteem worden aangebracht.