ROK-0693

Id-780add70-86f9-49c7-98a7-f49513c8d7d6
9.4 en 9.5-NEN 9997-1
ROK(13 C)



Eistekst

Fundering op staal van grondkerende constructies
Van zand, dat is verwerkt ten behoeve van een grondverbetering voor fundaties op staal, moet de draagkracht op een diepte van 1,0 m beneden de bovenkant van de grondverbetering een conusweerstand van ten minste 10 MPa hebben. Op een diepte van 0,60 m beneden de bovenkant van de grondverbetering moet de conusweerstand ten minste 6 MPa zijn en tot deze diepte gelijkmatig toenemen. De draagkracht in grondverbeteringen moet worden bepaald aan de hand van sonderingen op a select gekozen locaties.
Daarbij moet aan beide einden van de grondkerende constructie een raai van twee sonderingen worden gemaakt, alsmede op tussengelegen punten zodanig dat de onderlinge afstand tussen de raaien niet meer dan 15 m bedraagt. Per raai moeten de sonderingen worden uitgevoerd onder de as van de grondkerende constructie en ter plaatse van de verankeringslichamen.
De sonderingen moeten worden doorgezet tot het niveau dat van invloed is op het draagvermogen en het vervormingsgedrag van de grondkerende constructie. Hierbij moet de einddiepte van een eventuele grondverbetering als minimum diepte worden aangehouden.

Voor de bepaling van λp een maximale j aanhouden van 35°. Zie CUR Rapport 166 deel 2, 3.4.3. Voor veen geldt δ = 0.

Toelichting

Bovenliggende eisen




Links

Paragraaf ROKNEN 9997-1
Brondocument
Geotechnisch ontwerp van constructies – Deel 1: Algemene regels.
Referentiedocumenten  
Damwandconstructies (6 druk, deel 1+2) inclusief Errata (2014)e
Objecttype
Kunstwerk
Thema
Civiel
Periode
Ontwerpfase


De eigenschap “Voorkeurslabel” (als paginatype) met de invoerwaarde “Fundering op staal van grondkerende constructiesVan zand, dat is verwerkt ten behoeve van een grondverbetering voor fundaties op staal, moet de draagkracht op een diepte van 1,0 m beneden de bovenkant van de grondverbetering een conusweerstand van ten minste 10 MPa hebben. Op een diepte van 0,60 m beneden de bovenkant van de grondverbetering moet de conusweerstand ten minste 6 MPa zijn en tot deze diepte gelijkmatig toenemen. De draagkracht in grondverbeteringen moet worden bepaald aan de hand van sonderingen op a select gekozen locaties.Daarbij moet aan beide einden van de grondkerende constructie een raai van twee sonderingen worden gemaakt, alsmede op tussengelegen punten zodanig dat de onderlinge afstand tussen de raaien niet meer dan 15 m bedraagt. Per raai moeten de sonderingen worden uitgevoerd onder de as van de grondkerende constructie en ter plaatse van de verankeringslichamen.De sonderingen moeten worden doorgezet tot het niveau dat van invloed is op het draagvermogen en het vervormingsgedrag van de grondkerende constructie. Hierbij moet de einddiepte van een eventuele grondverbetering als minimum diepte worden aangehouden.Voor de bepaling van λp een maximale j aanhouden van 35°. Zie CUR Rapport 166 deel 2, 3.4.3. Voor veen geldt δ = 0.” bevat ongeldige tekens of is onvolledig en kan daarom onverwachte resultaten veroorzaken tijdens een opvraag- of annotatieproces.


Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:13.