ROK-0583
Id-7ada3ad0-f659-ea11-a2e6-00155d641201
Eistekst
Het hydrofobeermiddel moet voldoen aan RTD 1002 “Hydrofoberen van beton, aanvullende eisen t.a.v. NEN EN 1504-2”
Toelichting
In Nederland wordt door Rijkswaterstaat vanwege duurzaamheideisen hoofdzakelijk gebouwd met beton dat is gemaakt met CEM III/B met een wcf van 0,45 of 0,50. Daarom eist Rijkswaterstaat dat de werking van een hydrofobeermiddel aangetoond moet worden op het in Nederland gangbare beton en heeft aanvullend op NEN‑EN 1504-2 eisen geformuleerd. In hoofdlijn is de aanvullende eis dat de testen beschreven in NEN-EN 1504-2 uitgevoerd moet worden op proefstukken gemaakt met CEM III/B in plaats van CEM I. Daarnaast moet ook de hittebestendigheid van het hydrofobeermiddel, aangebracht op beton gemaakt met CEM III/B, worden getest. De exacte details en eisen voor het uitvoeren van de aanvullende proeven zijn toegelicht in RTD 1002 “Hydrofoberen van beton, aanvullende eisen t.a.v. NEN‑EN 1504‑2”. Indien een proef of detail niet genoemd is in deze richtlijn, moet de methode van NEN‑EN 1504-2 worden gevolgd met als enige verschil dat de proefstukken vervaardigd zijn met CEM III/B volgens de gegeven mengselbeschrijving.
N.B. Deze testen zijn aanvullend op NEN-EN 1504-2 en zijn dus geen vervanging van de daarin opgenomen testen.
Afbeeldingen
Bovenliggende eisen
Extra informatie
Links
Paragraaf ROK | NEN-EN 13670 |
---|---|
Brondocument |
Het vervaardigen van betonconstructies |
Referentiedocumenten |
Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies – Definities, eisen, kwaliteitsbeheersing en conformiteitsbeoordeling – Deel 2: Oppervlaktebeschermingssystemen voor beton, RTD 1002: Hydrofoberen van beton, Aanvullende eisen ten aanzien van NEN-EN 1504-2 |
Objecttype |
Kunstwerk |
Thema |
Beton |
Periode |
Uitvoeringsfase |
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:13.