ROK-0354

Id-e53aed4a-bde5-e911-a2e0-00155d641201
12.4.4-NEN-EN 1090-2
ROK(13 C)



Eistekst

Wijzingen tav productieproeven die moeten worden uitgevoerd in EXC3 en 4.

Aanvulling bij punt b):

  • niet van toepassing, diepe inbranding mag niet worden meegerekend. (zie 7.4.1.2, eis ROK-0320)

Aanvulling bij punt c1):

  • Productieproeven zijn vereist voor langslassen van troggen ongeacht de mechanisatiegraad.

Wijziging punt c2):

  • Een productieproef moet worden uitgevoerd voorafgaand aan elke 500m1 laslengte, of gedeelte daarvan indien in secties wordt gewerkt.
  • In de proef moet een hechtlas opgenomen zijn.
  • Minimaal 1 macro moet worden genomen tpv de hecht in de las.

Toevoeging punt c3.1):

  • Verbindingen van dekplaatverstijvers onderling (stuiknaad in troggen, stuiknaad in bulbs) moeten worden beproefd dmv minimaal 1 productie proef per brug
  • Van de verbinding moet een macro worden gemaakt.

Toevoeging punt c3.2):

  • Verbindingen in troggen dmv een zgn trogpasstuk moeten worden beproefd dmv minimaal 1 productie proef per 50 passtukken.
  • Van de verbinding moet een macro worden gemaakt van zowel de beide stuiknaden in de trog als de trogdekplaat-las.

Toevoeging punt d):

  • De verbinding van de trog met de dwarsdrager, bij tussengelaste troggen, moet worden beproefd dmv minimaal 1 productie proef per 100 verbindingen.
  • Van de verbinding moet een macro worden gemaakt waar de beide trogaansluitingen op de dwarsdrager zichtbaar zijn.
  • Een macro moet worden genomen in elk trogbeen en tpv de trogbodem .

Macro’s moeten worden beoordeeld op basis van de voorgeschreven afmetingen bij de betreffende configuratie volgens eis ROK-00906 t/m ROK-00935

Rijkswaterstaat kan bij twijfel over de toegepaste lasmethode meer productieproeven vereisen.

Toelichting

Links

Paragraaf ROKNEN-EN 1090-2
Brondocument
Het vervaardigen van staal- en aluminiumconstructies – Deel 2: Technische eisen voor staalconstructie
Objecttype
Kunstwerk
Thema
Staal
Periode
Uitvoeringsfase


De eigenschap “Voorkeurslabel” (als paginatype) met de invoerwaarde “Wijzingen tav productieproeven die moeten worden uitgevoerd in EXC3 en 4.Aanvulling bij punt b): niet van toepassing, diepe inbranding mag niet worden meegerekend. (zie 7.4.1.2, eis ROK-0320)Aanvulling bij punt c1): Productieproeven zijn vereist voor langslassen van troggen ongeacht de mechanisatiegraad.Wijziging punt c2): Een productieproef moet worden uitgevoerd voorafgaand aan elke 500m1 laslengte, of gedeelte daarvan indien in secties wordt gewerkt. In de proef moet een hechtlas opgenomen zijn. Minimaal 1 macro moet worden genomen tpv de hecht in de las.Toevoeging punt c3.1): Verbindingen van dekplaatverstijvers onderling (stuiknaad in troggen, stuiknaad in bulbs) moeten worden beproefd dmv minimaal 1 productie proef per brug Van de verbinding moet een macro worden gemaakt.Toevoeging punt c3.2): Verbindingen in troggen dmv een zgn trogpasstuk moeten worden beproefd dmv minimaal 1 productie proef per 50 passtukken. Van de verbinding moet een macro worden gemaakt van zowel de beide stuiknaden in de trog als de trogdekplaat-las.Toevoeging punt d): De verbinding van de trog met de dwarsdrager, bij tussengelaste troggen, moet worden beproefd dmv minimaal 1 productie proef per 100 verbindingen. Van de verbinding moet een macro worden gemaakt waar de beide trogaansluitingen op de dwarsdrager zichtbaar zijn. Een macro moet worden genomen in elk trogbeen en tpv de trogbodem .Macro’s moeten worden beoordeeld op basis van de voorgeschreven afmetingen bij de betreffende configuratie volgens eis ROK-00906 t/m ROK-00935Rijkswaterstaat kan bij twijfel over de toegepaste lasmethode meer productieproeven vereisen.” bevat ongeldige tekens of is onvolledig en kan daarom onverwachte resultaten veroorzaken tijdens een opvraag- of annotatieproces.


Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:26.