ROK-00912

Id-4ee42d3f-19a8-4fb1-a1c7-b5b6201fbc1a /
Versie door WikiSysop (overleg | bijdragen) op 17 aug 2021 om 10:08
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2
ROK(13 C)



Eistekst

Rekenmodel

Het rekenmodel moet minimaal volledig worden opgebouwd uit schaalelementen voor de staalconstructie en, indien aanwezig, volume-elementen voor gietasfalt en ZOAB (zie eis ROK-00911). Als alternatief mag de staalconstructies ook in volume elementen worden opgebouwd, mits de lassen worden meegenomen in de modellering.

Het rekenmodel moet de volledige breedte van de brug omvatten. Bij beweegbare bruggen en qua lengte vergelijkbare vaste bruggen moet het rekenmodel de volledige lengte van de brug omvatten.

Bij grote vaste bruggen moet, wanneer globale spannings- of vervormingseffecten significant bijdragen aan het lokale spanningsbeeld in de orthotrope rijvloer, het rekenmodel van de orthotrope rijvloer als lokaal submodel worden ingebouwd in het globale rekenmodel van de totale brug. Slechts wanneer aangetoond wordt dat de bijdrage van globale spanningen of vervormingen verwaarloosbaar zijn mag een op zichzelf staand lokaal model gebruikt worden. Het submodel (of indien aangetoond, het lokale model) moet een minimale lengte hebben van 2 maal de langste wagen uit het vermoeiingsbelastingsmodel (met, i.g.v. een lokaal model, passende randvoorwaarden gerelateerd aan de aansluitende delen van de brug).

Op de locaties in het dek waar de vermoeiingsanalyses worden uitgevoerd moet het model worden verfijnd tot elementafmetingen passend bij de gevraagde (hot-spot) extrapolatiemethode voor het bepalen van de spanningswisselingen.
Een indicatie van de noodzakelijke netverfijning (vertaald naar de, per detail, maximaal toe te gestane elementafmetingen) is opgenomen in de tabel met vermoeiingsclassificaties, extrapolatiemethoden, detailleringseisen en uitvoeringseisen in ROK-00915 en volgende.

Het effect van de lassen moet verdisconteerd worden door het modelleren van een overdikte van de elementen welke zich bevinden tussen de teen van de lassen en de intersectie van de elementen van de 2 plaatdelen die door de las worden verbonden. De dikte van betreffende elementen moet worden bepaald volgens de formules en regels geven in figuur F00912-1.

Ondanks dat de verdikking van de elementen, bij enkelzijdige lassen, fysiek éénzijdig is, mag deze excentriciteit niet meegenomen worden in de modellering (zie het voorbeeld in Figuur F00912-2).

Ter toelichting op F00912-2: De blauwe plaat t=16 wordt over de lengte tussen de teen van de las en de hartlijn van de rode plaat 10 symmetrisch t.o.v. de hartlijn van de blauwe plaat verdikt tot 27,4 mm. De rode plaat t=10 wordt over de lengte tussen de teen van de las en de wortel van de las symmetrisch t.o.v. de hartlijn van de rode plaat verdikt tot 17,5 mm. De punten waarnaar geëxtrapoleerd moet worden betreffen de blauwe en de rode stippen t.p.v. de teen en wortel locaties.

Daar waar eisen zijn gesteld bij de verschillende details geldt dat het daarbij gaat om de ingesloten hoek met de plaat, de betreffende lasteen en het been van de las (zie figuur F00912-3).

T.a.v. de toe te passen elementtypen geldt dat geen elementen met een gereduceerde integratie mogen worden toegepast. Minimaal 4-knoops elementen met minimaal 4 integratiepunten. 3-Knoops elementen zijn niet toegestaan in zones van waaruit de spanningen moeten worden bepaald of van waaruit extrapolatie van spanningen moet plaatsvinden.

Het bepalen van spanningswisselingen moet gedaan worden met behulp van de ‘Rain-Flow Cycle Counting Method’ of de ‘Resevoir Cycle Counting Method’.

Toelichting

Afbeeldingen

Modelleren van de lassen m.b.v. plaatelementen
[[42c05a9b-9e3b-eb11-a2f1-00155d641201.png]]
Lashoeken
[[B2857ef4-733f-eb11-a2f1-00155d641201.png]]
Voorbeeld verdikte elementen bij excentrische enkelzijdige las
[[1f48b4b3-9e3b-eb11-a2f1-00155d641201.png]]

Bovenliggende eisen



Extra informatie


Links

Paragraaf ROKNEN-EN 1993-2
Brondocument
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 2: Stalen bruggen
Referentiedocumenten  
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-2
Objecttype
Brug
Thema
Staal
Periode
Ontwerpfase


Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:08.